Johann Jakob Grünbauer (7-5-1847, Katzwang (D) / 2-1-1886 Rotterdam), was scheepstimmerman van beroep. Hij liet 1 zoon na bij zijn vrouw Elizabeth Ponse (5-10-1855/19-8-1943) in Rotterdam, Henri Jacobus Marie Grünbauer (30-1-1883/30-7-1982). Een eerdere zoon Johann Adam Grünbauer (geb. rond 1882) overleed op 22-07-1884
Johann Jakob schreef zijn dagboek in Sütterlin-schrift, het werd vertaald door Ilse Veldhuizen-Dijkstra in het Duits en van daaruit in het Nederlands door Louis veldhuizen-Dijkstra. Zij woonden destijds in Duitsland. De verwantschap met de familie Grünbauer bestaat via de zuster van Johanna M. Dijkstra-Zijlstra. Kleinzoon J.J. Grünbauer trouwde met R. Zijlstra.
eerste notitie
Dagboek vanaf mijn 26e verjaardag op 7-5-1873 tot op de huidige dag.
Johann Jakob's enig overlevende zoon Henri Jacobus Marie schrijft zijn voornaam wel als 'Harrie', dit was zijn roepnaam. In sommige archieven komt hij voor met als derde voornaam 'Maria', dit is incorrect.
In de overlevering doet een verhaal de ronde als zou Johann op zee zijn gestorven en een zeemansgraf hebben gehad ergens in de golf van Biskaje. Er is echter geen andere bron die dit bevestigt. Volgens de archieven van de gemeente Rotterdam is hij gewoon in Rotterdam begraven. Zijn tweede voornaam Jakob staat officieel met een 'k' geregistreerd. Nederlandse nazaten gebruiken echter vaak de 'c' maar ook dat is incorrect.
Over het Sütterlin-schrift: https://nl.wikipedia.org/wiki/Sütterlin